Jungle en watervallen in Khao Yai National Park

Ontsnap aan de stadsjungle en ga een dag naar de echte jungle. Watervallen, bomen als torenflats, oneindig moesson woud, apen en het opvallende gak gak gak van de neushoornvogel. U kunt het allemaal mee maken op deze dagtocht vanuit Bangkok. Het Khao Yai National Park het ligt op ruim twee uur rijden van de Thaise hoofdstad.

Khao Yai is Thailands oudste en een van de grootste en populairste natuurparken in het land. De valleien zijn groen en weelderig, hebben watervallen en worden bewoond door wilde olifanten, makaken, neushoornvogels, gibbons en nog veel meer. Khao Yai National Park is zo'n tweeduizend vierkante kilometer groot en staat op de Werelderfgoedlijst van de Verenigde Naties, voornamelijk omdat het een intact zijnde 'moesson woud' of 'droog woud' herbergt, een meer open vorm van bebossing dan het dichtere tropisch regenwoud. Dat tropische regenwoud is er ook in Khao Yai, net als graslanden. Er zijn duizenden soorten planten aangetroffen en alleen al meer dan 300 verschillende soorten vogels.

Om 6.30 wordt u opgehaald bij uw hotel in Bangkok en naar het nationale park gereden. Daar komt u na een dikke twee uur aan. In het park rijden we naar de plek waar de eerste tocht van deze dag begint: een wandeltocht van ongeveer twee uur door de rijke natuur van Khao Yai. Zie ik daar een gibbon? Lunch in het park.

De middag staat in het teken van de watervallen. Allereerst gaat de tocht per auto naar de Haew Suwat watervallen, die internationaal beroemd werden door een scene in de film The Beach. Het zijn echter niet de grootste watervallen van Khao Yai, dat zijn de Haew Narok watervallen. Uiteraard ziet u die ook vandaag. Op de weg terug hopen we olifanten te zien. De natuur gaat hier zijn eigen gang, het is geen dierentuin, dus we moeten een beetje geluk hebben. Rond half vier vertrekken we weer richting Bangkok. U bent om ongeveer 6 uur terug in uw hotel.