Je kent ze wel, reizigers die het liefst de wereld ontdekken op de terrassen van Khao San Road in Bangkok. Veel plannen, misschien ook veel verhalen, maar echt buiten de vaste paden stappen, doen ze liever niet. Daar hoor jij natuurlijk niet bij. Lees daarom lekker verder. Maar tegen niemand zeggen. Onze tip heet Nan.

Het is een van de meest noordelijke provincies van Thailand en schuurt tegen Laos aan. Met valleien en beboste bergen (en het Doi Phu Ka National Park) is het een feest voor natuurliefhebbers en mensen die willen ontdekken hoe het er in de uithoeken van Thailand echt aan toegaat. Nan is niet wereldvreemd, sterker nog, het was al in de 13e eeuw een eigen koninkrijk, maar leeft een beetje op zichzelf. Het bewijs wordt geleverd door de bergstammen die hier nog altijd hun eeuwenoude cultuur in stand houden, zoals de Mlabri, die de geesten van de gele bladeren worden genoemd.

Op een heuvel staat Wat Phra That Khao Noi, een actieve tempel waarvan het Boeddhabeeld als een hoeder boven het stadje prijkt. Beroemd is de Phumin Tempel, die als het ware op de rug van twee slangen wordt gedragen. Toch voltrekt het echte wonder zich binnen. Prachtige verhalende muurschilderingen over het leven van Boeddha en het dagelijks leven in het 19e eeuwse Nan.

Nu we toch tips aan het geven zijn, wijzen we je op Nan Seasons Boutique Resort. Het ligt aan de rand van Nan, een open en rustig resort, waarvan sommige bungalows ruim uitzicht over de valleien bieden. De bungalows zijn door het Nederlands-Thaise management smaakvol en luxueus ingericht en hebben ruime veranda’s met ligstoelen. Seasons heeft ook een klein, maar uitstekend restaurant. Hier overnachten draagt dus bij aan de waardevolle ervaring die Nan heet.