Lieve mensen,
Zo, weer terug op aarde. Vanaf het eiland Koh Tao zijn wij met de boot naar het eiland Koh Phangan gevaren. Koh betekent eiland. Deze keer geen flauwekulletjes, geen business class, nee, gewoon op het dek gezeten. Wind in de haren, ruim uitzicht op het passerende eilandlandschap en de eindeloze zee, de Golf van Thailand. Was ook goed te doen, alleen een houten kont vanwege de harde banken. Als je op vakantie bent heb je recht op ontberingen, zeggen we altijd. We hadden ons in de tijd vergist (gewoon niet goed gelezen). We dachten dat de boot om half negen zou gaan, maar dat bleek om half tien te zijn. Vroeg ons bed uit. De auto die ons naar de pier bracht moest daar weer nieuwe gasten ophalen en moest er dus eerder zijn. Dus waren we veel te vroeg op de pier en dat was maar goed ook. Ik was de eerste die bij het loket de kaartjes kwam halen. Na mij begon zich een rij te vormen die op het einde uiteindelijk wel honderd mensen bevatte.
Onze grote filosoof Cruyff zei het al “Elk nadeel heb z´n voordeel”. De boot was te laat (hoe kan het ook anders) en vertrok een half uur te laat. Omdat wij vroeg waren en dus vooraan stonden, konden we op het overdekte gedeelte van de boot zitten. Het bovendek is niet overdekt en wind, zon en zee, heb je nog meer elementen nodig om te verbranden? De reis duurde anderhalf uur en toen kwamen we op Koh Phangan aan. Vervoer? Geen vervoer. Wel werd mij wel drie keer gevraagd of ik Suzanne was, dat stond ook op het bord wat de man bij zich had. Nee, ik ben geen Suzanne. Hij geloofde mij pas toen de echte Suzanne opdook. Maar vervoer voor ons, ho maar. Shit.
Telefoonnummer van het hotel. Hadden we niet. Overal rond gekeken, maar geen bordje met de naam Mr and Mss Vis. Daar sta je dan met je hele hebben en houwen. Aan een Thai gevraagd waar de auto stond naar het hotel Havana. Dat moet je nooit doen en dat wisten we en toch trapten we er weer in. Het is voor een Thai schande om geen antwoord te geven op jouw vraag, dus komen ze altijd met een antwoord, ook al is dit hartstikke fout. Dus zei hij dat het vervoer naar hotel Havana aan het begin van de pier stond te wachten. We keken elkaar vertwijfeld aan. Waarom komt dat vervoer niet naar het einde van de pier, zoals de rest dat gedaan had? Maar ja, er was nog geen vervoer, dus misschien had hij wel gelijk. Komt er een man op een motorfiets, ziet ons vertwijfeld staan, vraagt waar we heen moeten. Kijkt om zich heen, ziet dus nergens een aanduiding van hotel Havana en wijst ons ook naar het begin van de pier. Met een stralende glimlach verzekerde hij ons dat daar het vervoer op ons stond te wachten. Brainwave! We hebben een Thaise telefoonkaart, waarom ons Thaise reisbureau Green Wood Travel niet gebeld? Gebeld. Bandje met Thaise instructies. Op de gok de nul ingedrukt. Krijg ik een Thaise dame die geen woord Engels sprak. De nul was dus fout. Weer gebeld en niets gedaan. Toen kreeg ik een dame die perfect Engels sprak. Mijn naam opgegeven en gezegd dat er geen vervoer was. Op een andere lijn hoorde ik dat ze meteen het hotel opbelde. Vervoer zou komen. Vroeg ze mijn telefoonnummer om mij terug te kunnen bellen. Nou, dat had ik dus niet paraat. Maar, verzekerde zij mij, het zou allemaal goed komen.
Toch maar naar het begin van de pier gelopen en (hoe kan het ook anders) Corry zag onmiddellijk dat er een busje van hotel Havana aan kwam rijden, wild knipperend met zijn lichten. Meteen een stuk papier uit het raam met onze namen er op. Toen onze bagage werd ingeladen zagen we wat de vertraging had veroorzaakt. Ze hadden eerst een tig aantal dozen bier ingekocht. Ons hotel bleek aan de oostkust van het eiland te liggen, aan een werkelijk schitterende baai. Wit zand, blauwe zee, palmbomen, kleurrijke dobberende bootjes en erg rustig. Hier onthaast je!!!!
Tijdens de rit erheen zagen wij een groot gedeelte van het eiland. Een echt tropisch eiland, prachtig groen, uitbundig bebost. Het hotel is ook heel mooi. We hebben een schitterende kamer, met een enorm balkon. De zeer vriendelijke receptioniste liet ons verscheidene kamers zien en wij konden kiezen. Zo komen we aan onze huidige kamer. Na ons geïnstalleerd te hebben zijn wij naar het restaurant gegaan, dat pal aan zee ligt. Je kunt daar ook op het strand eten, want daar staan ook allemaal stoelen en tafels. Met je blote voeten in het zand. We keken elkaar aan, bij dit bounty-eiland hoort verse kokosnoot. Heerlijk jongens, een verse kokosnoot boordevol sap en heerlijk gekoeld.
Ook geluncht en gedineerd aan het strand. Prima eten. In het fantastische zwembad een uur lang wat heen en weer gezwommen. Er stond een verschoten bord dat we eerst moesten douchen. Gekeken waar dat dan moest gebeuren. Voor een afgeschoten platformpje stond een grote plant in de weg, maar er hing een doucheding. Daar zat alleen geen kraan aan en ook geen douchekop. Pas na het zwemmen ontdekten we aan de andere kant ook zo´n afgeschoten platformpje. Daar hing een kraan en een ronde bol. Er kwamen drie druppels water uit die je al heen en weer springend op kon vangen. Daarna met de handdoek om ons middenrif het strand op voor een wandeling langs de huisjes en nerinkjes op het strand. We waren vergeten hoe lekker het is om met blote voeten door het dikke zand te banjeren.
Prima voetzoolmassage en een weldaad voor de achillespezen. Er viel ook van alles te zien. Een Thai was druk bezig om zijn hond zeevaardig te maken, een tweede hondje moest ook mee, maar durfde niet. Zijn vrouw was het hondje voortdurend aan het aanmoedigen om aan boord te springen. Uiteindelijk stond er een hele groep toeschouwers om heen. Schaterend van het lachen, wij ook. Om een uur of zeven zaten we op het balkon een wijntje te drinken en op dat moment begonnen alle vogels en insecten afscheid van de dag te nemen. Een ongelooflijk kabaal, nooit eerder zoiets gehoord. Er was een krekelachtige bij die klonk als een afgaand alarm. Tot hij schor werd en abrupt afbrak. Ik heb er een filmpje van opgenomen, want je gelooft je oren niet. Dat heeft niet lang geduurd, toen was het helemaal stil, alsof ze gelijktijdig een intern signaal hadden gekregen dat het nu genoeg was geweest.
Voor ons balkon hebben we een grote tamarindeboom met fijne blaadjes en kokervormige vruchten. Een man was bezig de vruchten er af te slaan. Op blote voeten klom hij in die boom, soms gewoon tegen de stam omhoog als er geen dwarstakken waren en met zijn tenen hield hij zich min of meer in evenwicht. Ja, dat hebben wij natuurlijk allemaal verleerd. Wij moeten ons al vasthouden als we gewoon een trap afgaan…
Warme groet uit Thailand