Namiddag en temperaturen van 40 graden Celsius toen wij onze laatste slok water namen onder de brandende zon. Wij hebben conditie maar de extreme hitte en het ruige terrein maakte ons na 45 minuten lopen uitgeput. Na deze wandeling begonnen wij het beter te begrijpen hoe gruwelijk deze plek wel niet moest zijn voor degene die hier verplicht moesten werken vaak zelfs 18 uur per dag. Ook hadden wij snel door waarom deze plek de bijnaam hell fire pass werd genoemd onder de krijgsgevangenen.
Als het om mensenlevens gaat is de bouw van de Thai-Birma spoorlijn het meest verschrikkelijke project geweest tijdens de bezetting van de Japanners tijdens de tweede wereldoorlog en nu beter bekend onder de naam de ”doden spoorlijn”.
Het bouwen van de 415 km lange spoorlijn die Bangkok moest verbinden met het Oostelijke deel van Birma begon in juni 1942 en duurde tot oktober 1943, dwangarbeiders en krijgsgevangenen hebben hier tot het einde van de oorlog in 1945 gewerkt. Ongeveer 16000 krijgsgevangen en zo’n 90.000 dwangarbeider zijn omgekomen door tropische ziektes, ondervoeding en mishandeling door Japanse soldaten.
Zonder meer het meest gruwelijke stuk moet het gebergte van Kanchanaburi zijn geweest. Ontelbare kloven moesten hier uit bergen gehakt worden om baan te maken voor deze dodenspoorlijn. Australiërs, Britten, Nederlanders en andere krijgsgevangenen plus de duizenden Aziatische dwangarbeiders werden hier onder dwang aan het werk gezet in een hel.
Door het flikkeren van de fakkels die geplaatst waren in de kloof tijdens de nacht werkzaamheden en het helse karwei en condities waar de dwangarbeiders mee te maken hadden kreeg deze kloof al snel de bijnaam ”hell fire pass”.
De mannen werkten hier in ploegen van 16 tot 18 uur per dag zwaar ondervoed en kregen kleine porties rijst en water toegediend. Drinkwater was er sowieso te weinig. Explosieven werden gebruikt maar daar waren er vaak niet genoeg van en moest er dus veel met hamer en beitel worden weggehakt. Als er grote stukken steen werd verwijderd werden deze gebruikt om de grond waar de spoorlijn op lag te ondersteunen. In 1943, toen de geallieerden meer overwicht kregen op de bezetters moest het werk versnellen. Een vroege moesson bracht daarbij ook veel schade en veel gevangenen kregen last van cholera, malaria en andere tropische ziektes. Anderen uitgeput om nog verder te werken werden mishandeld tot de dood door gefrustreerde Japanners.
Alle omgekomen krijgsgevangenen zijn geregistreerd door hun eigen regeringen, de Japanners hebben dit nooit gedaan en niemand weet exact hoeveel dwangarbeiders hun leven hebben moeten geven door de bouw van de Thai-Birma spoorlijn.
De Japanners lokten deze Aziatische arbeiders eerst door hen hoge lonen te beloven maar uit de verhalen van de krijgsgevangenen hadden deze mensen het vaak nog slechter dan zij.
Het grotendeel van deze spoorlijn is na de oorlog verwijderd door de Thaise en Birmese autoriteiten, het bewijs is er wel nog steeds en is nu te vinden in de wildernis.
De Hell Fire Pass werd een officiële herdenkingsplaats in 1987 en er werd een museum geopend (donatie van Australië) in 1996. In dit museum vind u heel veel informatie maar ook gebruiksvoorwerpen die door de gevangenen werden gebruik zoals kleding, gereedschap en dagboeken. Het is een indrukwekkende plek.
Een looppad brengt bezoekers op de originele pad waar ooit de spoorlijn te vinden was, u loopt ook letterlijk door de uitgehakte kloven niet ver van het museum, de eerste stop is de Hell fire pass zelf, bezoekers kunnen daar ook omhoog klimmen naar het uitkijkpunt om de 110 meter lange en 17 meter diepe kloof eens goed te bekijken. Veel bezoekers nemen bloemen en vlaggen mee om bij het monument voor de mensen die hier hebben gewerkt achter te laten.
De meeste mensen bezoeken het museum en de grootste kloof, degene die meer willen ervaren en zien kunnen ook de route van 4 kilometer volgen over het pad waar ooit de spoorlijn lag. Het is een behoorlijke wandeling zelfs voor de mensen met een goede conditie, hier zal u merken hoe het geweest was ten tijde van de tweede wereld oorlog.
Deze route brengt je naar andere kloven waarvan sommige compleet zijn verwoest door bombardementen van de geallieerden op het einde van de oorlog. Op een paar plaatsen zal u een schitterend uitzicht hebben op de River Kwai en het gebergte dat de grens met Thailand en Myanmar vormt.
De lichamen van 124 krijgsgevangen zijn hier in dit gebied begraven en liggen hier tot de dag van vandaag.
Toen wij hier bij het uitkijkpunt stopten was er een vreemde maar toch goede atmosfeer, de bamboebomen en het vallen van de bladeren gaven een mooi geluid van rust en vrede. We kwamen tijdens de wandeling nog een andere wandelaar tegen. De uitkijkpunten zijn een goed moment voor pauze en om even het gebeuren te overdenken, het terrein moet een gevangenis zijn geweest en wij vroegen ons af of de mensen ooit van dit uitzicht hebben kunnen genieten.
Gespleten balken van de originele spoorlijn zijn hier nog te vinden die niet anders lijken dan delen van een ander spoorlijn, deze balken vormen wel de band van de bezoeker en de mensen die hier keihard hebben moeten werken onder bijzonder harde omstandigheden en waarin zij een ultieme opoffering hebben moeten doen voor het beschermen van hun geliefde land en de vrijheid voor ons allen.
De Hell Fire Pass bevind zich op ongeveer 80 kilometer van de stad Kanchanaburi op route 323.
Als u bijvoorbeeld de River Kwai tour 3 dagen/2 nachten boekt zal u deze dan ook bezoeken. Het huren van een minibusje met Chauffeur is ook een goede mogelijkheid om deze plek te bezoek en dit in combinatie met andere highlights van de provincie Kanchanaburi zoals; The bridge over the river Kwai, het Jeath museum en de Erawan watervallen.